In maart 2007 verscheen op het Engelse Channel 4 een documentaire met de welluidende naam 'The Great Global Warming Swindle', welke te zien is op googlevideo (zie link onderaan deze pagina). Deze titel verwijst niet zozeer naar de 'zwendel' van de globale opwarming, want die wordt niet ontkend, maar naar de zwendel die in stand gehouden zou worden door het idee dat een door de mensen verhoogde kooldioxide concentratie ervoor zou zorgen dat het klimaat zou gaan opwarmen. Dit idee wordt krachtig van de hand gewezen. In de broeikassectie van deze site wordt veel aandacht besteed aan dergelijke onderzoeken maar dat is niet de opzet van deze huidige subpagina.Deze subpagina richt zich op de vraag in hoeverre de zon aan het 'ascenderen' zou kunnen zijn. Ascenderen impliceert biologische verandering en opwarming ten gevolge van bewustzijnsverhoging en het opruimen van generatie-oude blokkades en manieren van leven en denken. Aangezien het vrij lastig is om een vinger te leggen op een eventueel uitdijend bewustzijn van de zon zelf, ben ik vooralsnog genoodzaakt me vooral te richten op de uiterlijke verschijnselen, namelijk de opwarming van de zon. Is er sprake van een dergelijke opwarming?
In dit artikel wordt gesteld dat gedurende de kleine IJstijd er uitermate weinig zonnevlekken zijn gevonden (vooral tussen 1645 en 1715, het zogenaamde Maunder Minimum), maar dat er sinds 1940 juist een ongekende toename is van het aantal zonnevlekken.
Een leuk extraatje van dit onderzoek is dat de overeenkomst met de wereldwijde temperatuur toch wel érg opvallend is (rode lijn geeft het aantal zonnevlekken weer en de blauwe lijn de wereldtemperatuur), wat toch heel wat beter past dan de link met CO2 de laatste jaren. Concluderend is het toch vrij veilig om te stellen dat de hoeveelheid zonne-activiteit de afgelopen decennia is toegenomen, en zelfs sinds vele duizenden jaren niet meer zo actief geweest is als momenteel. Of dit verschijnsel wordt veroorzaakt door een ascenderende zon, of gewoon door onbekende zonne-activiteitcycli is nu vooralsnog onbekend. Bronnen:
|