Zoals voor de meeste pagina's geldt binnen de bespiegelingensectie is het aan te raden eerst de informatielijn door te nemen voor een beter begrip van de terminologie en het denkkader. Zoveel mensen, zoveel reacties op het ascentiegedachtegoed, denk ik wel eens. Zo hoorde ik laatst iemand die concludeerde dat al dat 'geascendeer' eigenlijk maar een egoïstische en zelfzuchtige manier van leven is: "Je bent de hele tijd maar met jezelf bezig en je eigen belang staat voorop". Het kinderrijmpje, Ikke, ikke, ikke en de rest kan stikke lijkt dan ook wel van toepassing in deze kijk. In deze bespiegeling wil ik wat stilstaan bij deze relatie tussen egoïsme en ascentie. Er zit namelijk wel iets in. Het is immers inderdaad zo dat je bij het acentieproces de nadruk legt op je eigen groei. Het is daarbij ook eerder remmend dan bevorderlijk om je ook te richten op het groeiproces van anderen. De insteek is eerder dat je je probeert zo weinig mogelijk te bemoeien met de levenswandel van een ander. Dat wil natuurlijk ook weer niet zeggen dat je onverschillig wordt en met niemand omgaat, maar het wil wel zeggen dat je je vooral met jezelf en je eigen zaken bezighoudt. Als je veel tijd en energie steekt in het proberen te helpen of te veranderen van anderen dan gaat dat ten koste van jezelf. Er zou zich eerder een soort overheersend gevoel gaan ontwikkelen om mensen hun eigen eigen leven te laten leiden, ongeacht wat jij daarvan vindt. Als je je werkelijk zou willen toeleggen op het ascentieproces dan dien je zuinig om te gaan met je energie. Naarmate je verder komt in je proces heb je ook steeds meer energie nodig om je veranderende lichaam te kunnen onderhouden. Veel aandacht extern richten is dan ook ongewenst. Misschien is het egoïstisch, maar misschien is het ook wel een vorm van jezelf in bescherming nemen. Wat dat betreft is het ook verstandig om aandachtig te zijn voor mensen bij wie je je na afloop van een ontmoeting uitgeput voelt. Als dit een structureel patroon is kun je je afvragen of je nog wel met die persoon wenst om te gaan. Je kunt er ook voor kiezen om je voor te stellen dat je die persoon niet langer je levensenergie of 'chi' wilt schenken. Ook zou je het verschijnsel 'energie-onttrekking' bespreekbaar kunnen maken, in de trant van: "Zeg, ik merk dat ik me vaak leeg en moe voel nadat ik bij jou geweest ben. Dat bevalt me eigenlijk niet. Wat zouden we eraan kunnen doen?" Het mes snijdt wel aan twee kanten: als je je juist enorm opgeladen voelt door een tijdje bij een persoon in de buurt te zijn dan is het wellicht ook verstandig om hier de intentie te lanceren om meer balans in de energie-overdracht te hebben. Vaak wil het ook al helpen om wat minder aan het woord te zijn en wat vaker te luisteren. Buiten al deze directe interpersoonlijke zaken waarbij een zorgvuldige energiehuishouding het sleutelwoord is, is er ook een veel indirecter aspect dat je zou kunnen koppelen aan de vraag in hoeverre ascenderen nou iets egoïstisch is. Een wezenlijk onderdeel van het ascentieproces zou namelijk zijn het proberen weg te spoelen van de karmische modder op de genetische palen (bloedlijnen, geen bloedpalen...) van jezelf en je voorouders. Ieder stukje modder dat je tijdens je proces zou verwijderen zou ook verdwenen zijn voor je nageslacht. Met andere woorden door zelf karmische thematiek te verwerken en op te ruimen maak je het lichter voor je kinderen en kleinkinderen. Die kunnen zich dan weer richten op andere karmisch besmeurde delen van de gemeenschappelijke voorouderlijke palen. Je zou hiermee kunnen voorkomen dat bepaalde karmische thema's zich maar blijven herhalen en herhalen over vele generaties zonder dat er iets echt wordt opgelost. Dit is natuurlijk een aspect van het ascentieproces dat je moeilijk als egoïstisch kunt betitelen.
|