Gedurende het ascentieproces kan het geregeld voorkomen dat je met een andere blik gaat kijken naar dingen die je vooraf vanzelfsprekend of normaal vond. Op deze pagina wil ik wat stilstaan bij enkele idealen die hun absolute aantrekkingskracht in de loop der tijd wat verloren hebben. Het is lastig om hierover te praten aangezien het in mijn ogen enkele kernidealen betreffen die aan de basis van onze huidige samenleving staan. Om daar relativerend over te gaan praten zal dan ook weerstand kunnen oproepen. Het advies is dan ook eenvoudig: als de weerstand te groot wordt, sluit de pagina en ga wat anders doen. Dit zijn slechts wat persoonlijke en subjectieve bespiegelingen. Toen ik tijdens mijn studie stage liep in de psychiatrie werd ik vaak geconfronteerd met mensen die nauwelijks meer een stabiele link hadden met onze samenleving. Gedurende die stage werd ik me ervan bewust hoeveel moeite ik ermee had om mensen te stimuleren voor de dingen die in onze maatschappij zo belangrijk gevonden worden. Het gaat daarbij vooral om drie basisidealen: een gelukkig gezin stichten, een goede baan hebben en in een fijn huis leven. Van jongs af aan krijgen kinderen deze idealen aangereikt: door goed je best te doen op school kun je later dit of dat worden, een goede baan hebben waarmee je je gezin kunt onderhouden en in een fijn huis kunt leven. Als je dan nog af en toe goed op vakantie kunt gaan en een stevige vriendenkring hebt dan is de ideale situatie helemaal verwezenlijkt. Zoals ik al zei is het een zeer krachtige set van idealen waar weinig mensen het mee oneens zullen zijn. Het nadeel ervan is dat het ook wel een soort eindstation lijkt te zijn. Als je deze situatie hebt bereikt, wat voor idealen zijn er dan nog meer? Deze idealen kunnen zich dan mogelijkerwijs ontpoppen als een soort zwart gat dat alle andere mogelijke idealen in zich opzuigt en vernietigt. Vaak denken we ook stilletjes dat als mensen deze idealen niet hebben verwezelijkt er iets niet helemaal goed gegaan is in hun leven; stilletjes denken we dan in onszelf dat als iemand niet een onderdeel van een gezin is en kinderen heeft, of geen fatsoenlijke baan heeft of niet ergens in een redelijke buurt woont, dat er toch ergens iets niet helemaal klopt. Die mensen hebben het toch niet helemaal gered in onze samenleving. De angst om dergelijke idealen dan eigenhandig te verbreken is dan ook aanzienlijk: je doorbreekt daarmee dan datgene wat in onze samenleving juist als zeer belangrijk wordt ervaren. Het lijkt dan toch ook wel alsof je het zelf ook niet helemaal gered hebt in de wereld. Als je desondanks toch dat soort stappen neemt dan moet er wel ergens een steekje los zitten, of moet je wel gehersenspoeld zijn in een duistere richting, immers wat is er mooier dan een degelijke baan, een mooi huis, een fijn gezinnetje en af en toe een goede vakantie? Tijdens mijn proces ben ik de relativiteit van deze idealen gaan inzien. Het zijn voor mij niet langer de hoofddrijfveren. Het volgende is dan ook als vloeken in de kerk in onze maatschappij: Ik leef niet langer om vooral een onderdeel te zijn van een gelukkig gezinnetje, om een goede baan te hebben waarmee ik geld binnenhaal om mijn gezin te kunnen onderhouden en de rekeningen, de hypotheek of de huur te kunnen betalen. Ik wil ook niet langer vooral uitkijken naar de weekenden en de vakanties. Voor mij is het tijd om nu al zoveel mogelijk het leven te kneden in een vorm die overeemstemt met een ascenderende levensstijl. Deze levensstijl wil overigens niet zeggen dat het niet te combineren zou zijn met een gezinsleven, een fijn huis en een goede baan. Het gaat hierbij vooral om een verschuiving van de focus. Als je meer wilt weten over die ascenderende levensstijl dan zijn er in dit centrum (in november 2005) ruim 170 webpagina's te vinden die er licht op werpen. Mocht je daar geen tijd voor hebben dan sta ik ook open voor een 'ascentie-wandeling' om het een en ander interactief uit de doeken te doen. Wellicht is de aanschaf van een ascentie-cd-rom handig. |