Centrum voor Ascentie-informatie en Onderzoek: Sprookjes  

Sprookjes

Zie verantwoordingspagina voor herkomst plaatje

    www.ascentie.dds.nl -   Geschreven in januari 2006

Terug naar de Begin Pagina

Hoofdpagina Opvoedingsectie

Begin informatie-lijn

Geschiedenis (binnen infolijn)

Evolutietheorie, Creationisme en Ascentie

Als je wat wilt vertellen of weten mail naar: gibbon@tiscali.nl

Onderzoeksvraag 34: Worden steeds meer dieren vegetarisch?

Op weg naar een Pre-devolutionaire wereld?

Hoe moet ik verder? Waar ben ik?

Voor een algemene inleiding over deze 'opvoedingsectie' klik op het voetgangersbord in de linkerbalk. Voor beter begrip van de terminologie lees eerst de informatielijn.

Nu onze dochter voorzichtigaan in de leeftijd begint te komen dat ze iets kan snappen van verhaaltjes, komen ook de eerste sprookjes om de hoek zetten. Toevalligerwijs kwam eerst De Gelaarsde Kat tevoorschijn en tijdens het voorlezen werd ik me bewust van het karakter van dit sprookje, en waarschijnlijk van vele sprookjes.

Door de kennis die beschikbaar komt gedurende het ascentieproces is ook meer inzicht verkregen in onze mogelijke menselijke geschiedenis. In ons collectief geheugen zouden herinneringen geactiveerd worden aan een periode waarin wij als mensheid op een geheel andere wijze met elkaar omgingen. Hier zouden herinneringen zijn opgeslagen van een tijd waar we respectvol omgingen met andere mensen, dieren en de natuur als geheel. We hebben het overigens niet over het tijdperk van de holbewoners (zie Evolutieleer, Creationisme en Ascentie), maar over een tijdperk dat nog grotendeels onbekend is voor ons.

Uit deze menselijke archieven zou verder naar voren komen dat er een tijd zou zijn geweest waarin bepaalde zaken die we momenteel als natuurlijk beschouwen, verre van natuurlijk waren. Het meest opmerkelijke verschil zou wel zijn dat het in die periode onvoorstelbaar was dat mensen of dieren elkaar opaten. In die tijd aten we elkaar niet op. Er waren geen dieren die andere dieren opaten, noch waren er mensen die dieren opaten. De lichamen zouden in die tijd geënd zijn op het eten van plantaardig voedsel en vooral zou er veel energie worden gehaald uit het samenstellen van suikers uit de bestanddelen die in lucht voorkomen. Ook zouden mensen en dieren in staat zijn geweest om energie te gebruiken die door de zon wordt uitgestraald.

Wellicht klinkt de beschrijving van deze periode als een sprookje, maar vanuit dit centrum voor ascentie-informatie en onderzoek wordt gewerkt met dit soort veronderstellingen om te bezien hoe zinvol het is om hierop verder te bouwen. In de onderzoekssectie kun je meerdere stellingen en onderzoeksterreinen bekijken.

Door allerlei redenen die ook in de informatielijn worden uiteengezet zijn we uit deze toestand gevallen en verloren we de biologische kennis om zo aan onze energiebehoeften tegemoet te komen. We waren noodgedwongen om andere vormen van voedselvoorziening te regelen om te kunnen overleven. Dit gold niet alleen voor de mensen, maar ook voor de dieren. Uit deze nood is toen het idee geboren om dan maar elkaar op te gaan peuzelen.

Stel je eens voor dat het inderdaad zo zou zijn dat het helemaal niet natuurlijk is om elkaar op te vreten, maar dat het eerder een slechte gewoonte is die ontstaan is in een periode van nood. Door te ascenderen zou die herinnering aan die andere tijd weer boven komen drijven en daarmee ook het besef dat het opeten van elkaar eigenlijk helemaal niet zo normaal is. Vroeger zou een jachtluipaard niet eens op het idee gekomen zijn om te gaan jagen op een antilope. Hij at waarschijnlijk liever een appeltje of twee.

Doordat de Aarde aan het ascenderen zou zijn, zouden ook de dieren meedoen met het proces. Dit zou dan ook leiden tot een terugkeer van die toestand van weleer, waarin ook dieren weer volledig vegetarisch zouden worden. De carnivoren zouden veranderen in herbiforen. Deze trend wordt gevolgd vanuit onderzoeksvraag 34.

Niet alleen dieren, maar ook steeds meer kinderen zouden makkelijker toegang krijgen tot deze collectief opgeslagen herinneringen (zie Generationele Ascentie). Deze herinneringen zouden steeds meer actief gemaakt worden wat ertoe zou leiden dat veel van de zaken die wij vandaag de dag als 'normaal' beschouwen, beleefd worden als onaangenaam en misschien zelfs erg storend en dan hebben we het niet alleen over het opeten van elkaar, maar over een heel scala aan gedragingen en denkvormen die vroeger niet eens in ons zouden zijn opgekomen.

Via deze weg komen we weer uit op het punt waar we begonnen, namelijk de sprookjes van vandaag. Waarschijnlijk zijn de sprookjes waarmee wij zijn grootgebracht een prachtige collectie van gedachtenvormen die momenteel als normaal worden beschouwd, maar die in een vroeger tijdperk verre van normaal waren. Het is dan ook daarom dat ik erg twijfel om kinderen op te voeden met verhalen die bol staan van gedachtes die symbolisch zijn voor de manier waarop wij momenteel met elkaar omgaan.

Onder andere door dit soort verhalen te blijven doorgeven aan onze kinderen helpen we wellicht wel mee met het instandhouden van deze mogelijke verstoorde toestand. Wellicht hebben onze kinderen wel helemaal geen boodschap meer aan thema's als slimmer zijn, dommer zijn, bedrog, doden en eten van elkaar, rijk worden, arm zijn, de machtige koning, de arme boerenzoon, de mooie prinses, de lelijke heks en veel van de moraliteit die in sprookjes zit verscholen.

Vanuit dit perspectief denkend zou het handig zijn om een nieuwe collectie aan leesmateriaal te schrijven welke meer in overeenstemming is met een toestand zoals we die zouden kennen uit ons collectief menselijk geheugen. Wellicht voelen mensen zich aangesproken om eens een gooi te doen naar het herschrijven van enkele sprookjes zodat ze passen binnen dit andere denkraam. In de toekomst zullen hier ook enkele pogingen worden gelanceerd.